Biografie
Ack van Rooyen (geboren als Arie van Rooijen in Den Haag, 1 januari 1930 - 18 november 2021) is in ons land waarschijnlijk de trompettist met de langste staat van dienst. Al vroeg pakt hij de bugel op als lid van een Haags muziekkorps waarvan zijn vader bestuurslid is. In de loop van zijn carrière hanteert hij, naast de trompet, het instrument steeds vaker en ten slotte wordt het alleen maar de bugel (ook wel aangeduid met de internationale term fluegelhorn). Als in onderstaande bezettingen dan ook sprake is van trompet, dient daaronder in de meeste gevallen tevens c.q. uitsluitend de bugel te worden verstaan. Als voornaamste inspiratiebron geldt voor hem Clifford Brown. Over een van diens opnamen merkt hij op: “Daar heb je mijn idool te pakken. Zo hoort het. Alles erin. Zijn toon is zo prachtig en rond. De notenkeus, zijn geluid, het is allemaal eerlijk. Er zitten geen foefjes in en geen trucjes. De eerste keer dat ik hem hoorde, was ik meteen ondersteboven. Dat ben ik nog steeds. Een leergang, een voorbeeld voor iedereen. Alles goed. Die frasering en die andere tongtechnieken, nou nou.” Zelf geen leider zijnde, is hij een veelgevraagde solist in vele orkesten, vooral in Duitsland. De Britse trompettist Ian Carr, die vele jaren naast hem stond in het United Jazz + Rock Ensemble, zegt over hem: “One of the most lyrical soloists, he plays with extraordinary fluidity and flexibility, producing immensely long lines and bubbling streams of triplets. He is all quicksilver and wit, and his solos seem as natural as birdsong.” (Rough Guide To Jazz, 2004)
1943 - 1944
Vanaf het begin van de jaren veertig hebben Ack van Rooyen en zijn één jaar en één dag oudere broer Gerard (later Jerry) onder professionele leiding aan hun muzikale ontwikkeling gewerkt. Hun leraren zijn klassieke musici die geen enkele interesse hebben in jazz. Toch zeggen de beide broers veel van hen te hebben geleerd, in het bijzonder van de uit België afkomstige Jan Corbet, die voor de oorlog in Europa bekendheid genoot als trompetsolist. Doordat hun muzikale ontwikkeling zo voorspoedig verloopt en er door de oorlogsomstandigheden een tekort aan musici bestaat, kunnen ze in 1943-'44 tijdelijk professionele ervaring opdoen in het orkest van de Snip en Snap Revue, waarvan Cor Steyn de dirigent is.
1946
Als Ack van Rooyen zestien is, vertrekken hij en Gerard met het orkest van Tom van der Stap naar Nederlands-Indië om de Nederlandse militairen ter plaatse te amuseren. Ze maken daar kennis met Rob Pronk én met modernere jazzvormen.
1947 - 1949
Terug in Nederland is hij rijp voor het conservatorium van Den Haag, waar hij in drie jaar - met lof - zijn diploma haalt.
1949
In de zomer reizen Ack en Gerard van Rooyen, Rob Pronk, Hans Tan en Jan Opgenhaeffen met het passagiersschip Volendam, als tijdelijk lid van het dansorkest aan boord, naar New York en zien daar in de jazzclubs grootheden als Fats Navarro en Stan Getz aan het werk.
1950 - 1951
Zijn klassieke opleiding lijkt de aanzet tot een klassieke carrière bij de Arnhemse Orkest Vereniging, waar hij orkestdiscipline en precisie opdoet. Maar de jazz blijft trekken en een uitnodiging van Rob Pronk voor zijn legendarisch geworden Boptet doet de rest. Een voorstel van Ernst van 't Hoff leidt tot de integratie van het gehele Boptet in diens orkest, maar na een avontuur in Spanje vallen én het orkest én het Boptet uit elkaar.
1951 - 1952
Tijdens zijn militaire dienst is hij lid van de luchtmachtkapel.
1952 - 1954
De Deen Boyd Bachman, die als leider van een show-orkest een goede neus voor musici met kwaliteiten heeft, engageert Ack van Rooyen, samen met onder anderen broer Gerard en Rob Pronk, voor een Europese tournee.
1954
Ack van Rooijen en zijn broer vormen de kern van het sextet van de laatste met een engagement in de Club de L'Etoile te Den Haag, maar het bestaan van dit Jerry van Roy Sextet is van korte duur.
1955 - 1957
Theo Uden Masman neemt de beide broers op in de Ramblers, Ack in januari en Jerry in september van 1955. Binnen de band vormt zich een bopgroep, die van Masman per uitzending van een half uur geregeld de gelegenheid krijgt één nummer van zich te laten horen. In uitgebreidere vorm - met onder anderen de gebroeders Tinus en Kees Bruijn - krijgt de groep gestalte in de Red & Brown Brothers. Het werk voor de radio betekent tevens het spelen in orkesten als die van Ger van Leeuwen en Klaas van Beeck. Buiten het radiocircuit om zijn er sessions in Sheherazade in Amsterdam met onder anderen Wessel Ilcken en de Zweed Lars Gullin en de eerste plaatopnamen met moderne jazz op Columbia en Philips.
1958 - 1960
Ack van Rooyen probeert zijn speelmogelijkheden te verruimen in het orkest van Aimé Barelli in Parijs, maakt daar kennis met Kenny Clarke en Lucky Thompson, maar vanwege de weinig inspirerende omgeving van het orkest met optredens in mondaine badplaatsen als Monte Carlo vertrekt hij per 1 oktober 1960.
1960 - 1967
Hij vindt aansluiting bij het dansorkest van de Sender Freies Berlin (SFB).
1967
Hij wordt lid van de band van Erwin Lehn in Stuttgart (tot 1978).
1968
Als lid van de German All Stars maakt hij een tournee mee door Zuid-Amerika en in 1972 nog een naar Azië. In de band van bastrombonist-arrangeur Peter Herbolzheimer neemt hij een vaste plaats in, waaruit vele plaatopnamen voortvloeien. Ook is hij een welkome gast bij opnamen van andere bands.
1975
Met Wolfgang Dauner en Volker Kriegel is hij medeoprichter van zowel een kleinere, internationale groep, het United Jazz + Rock Ensemble, dat tot de opheffing in 2002 vele concerten verzorgt, als een nieuw platenlabel, Mood Records, waarvoor het ensemble vrijwel elk jaar een plaat maakt. Verder maakt hij deel uit van het amusementsorkest van Bert Kaempfert.
1979
Zowel Clark Terry als Gil Evans vraagt hem voor hun Europese tournee met incidenteel uit Europeanen samengestelde bands.
1980 - 2011
Tal van Nederlandse big bands maken van zijn diensten gebruik: de Skymasters, het Metropole Orkest, The Netherlands Concert Jazz Band, het Dutch Jazz Orchestra. In 2001 treedt hij op met het Philharmonisch Orkest van Hannover met composities van Chuck Israels. Met kleinere groepen zijn er nog altijd de connecties met Duitsland: een kwintet met tenorist Paul Heller, een duo met pianist Jörg Reiter. In september 2006 wordt Van Rooyen in de Duitse deelstaat Hessen tot ridder van Ronneburg geslagen door vorst Wolfgang Ernst zu Ysenburg und Büdungen. In 2007 krijgt hij de Singer Laren Jazz Award.
1980
Ack van Rooyen keert terug naar Nederland, maar is nog vaak over de grens te vinden. Hij doceert aan het conservatorium van Hilversum en daarna aan dat van Den Haag. Als docent had zich al enigszins in het vak bekwaamd in Mannheim en Stuttgart. 's Zomers geeft hij workshops in Remscheid.
2012 - 2013
Ack van Rooyen blijft ondanks zijn hoge leeftijd onverminderd optreden. Hij wordt regelmatig als solist gevraagd voor concerten met bigbands en jazzorkesten, zoals het Brabants Jazz Orkest onder leiding van Jeroen Doomernik in Den Bosch (april 2012), de Sonic Blast Big Band live in Eindhoven (juni 2012) en het JazzArt Orchestra in Zwolle (maart 2013). Ook in het buitenland blijft zijn bugelspel geliefd. Hij is speciale gast tijdens het Swing Gala 2013 van de Tsjechische jazzzanger Jan Smigmator en diens Bohemia Big Band in Praag en wordt uitgenodigd voor een concert met het Duitse jazzorkest Kicks ’n Sticks uit Rhein-Neckar (november 2013). In 2013 is het 25 jaar geleden dat Chet Baker in Amsterdam overleed. Ack van Rooyen herdenkt dit feit tijdens verschillende concerten, onder meer op de Tribute To Chet Baker op 14 april 2013 in een uitverkocht Bimhuis. Van Rooyen heeft nooit met de Amerikaanse trompettist gespeeld, maar hem wel begin jaren vijftig ontmoet tijdens een bezoek aan Parijs. Hij speelt mee op To The Ends Of The Earth (2013), het eerste album dat zijn voormalige leerling Jeroen Manders (saxofoon) uitbrengt als bandleider.
2014 - 2015
Ack van Rooyen is in mei 2014 solist tijdens een concert in de Alte Drahtzieherei in Wipperfürth met de WDR Big Band onder leiding van dirigent en arrangeur Torsten Maaß. Hij is samen met vocalisten Greetje Kauffeld en Edwin Rutten speciale gast van de Holland Bigband op de twintigste editie van het Corendon Meer Jazz Festival in Hoofddorp. Tijdens Jazz At The Beanstalk in Den Haag (maart 2015) speelt hij voor het eerst samen met pianist Bert van den Brink. Liveopnamen uit de periode 1990-2007 met bassist en toetsenist Eberhard Weber verschijnen in 2015 op Webers album Encore dat verschijnt bij het label ECM. Ack van Rooyen viert in 2015 zijn 85ste verjaardag en tourt vanwege die gelegenheid met het Jeroen Manders Quintet. Het kwintet bestaat verder uit Marc van Roon (piano), Erik Robaard (bas) en Wim Kegel (drums). Het gezelschap staat op 11 juli 2015 op het North Sea Jazz Festival.
2016
Twee grote concerten van Ack van Rooyen in de eerste helft van de 2016 zijn die met het Limburgs Fanfare Orkest en het concert Elements Of Brass in Heerlen (januari) en die met het Millennium Jazz Orchestra en de Duitse pianist Dirk Balthaus in Deventer (april).
2020
Ack van Rooyen viert in januari zijn negentigste verjaardag met een speciaal concert in het Bimhuis. Hij nodigt zijn favoriete Nederlandse jazzmuzikanten uit, onder wie zangeres Fay Claassen en trombonist Bart van Lier. Tijdens deze avond wordt Van Rooyen benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau vanwege de grote verdiensten in de nationale en internationale jazzmuziek en het jazzonderwijs. De muzikant neemt met het Metropole Orkest het drie lp's tellende album Then and Now op. Op het album wordt de samenwerking tussen de broers Jerry en Ack van Rooyen en het Metropole Orkest gevierd. Op 26 juni 2020 wordt bekendgemaakt dat de trompettist en bugelspeler de Buma Boy Edgarprijs 2020 wint. Het nieuws levert de muzikant veel media-aandacht op, met onder meer een optreden in het televisieprogramma Matthijs Gaat Door van presentator Matthijs van Nieuwkerk. Ack van Rooyen krijgt de prijs in december op het Binnenhof uit handen van minister-president Mark Rutte.
2021
In maart 2021 speelt Ack van Rooyen met het Benjamin Herman Quintet tijdens de online editie van het Transition Festival in Utrecht. Op de jubileum-cd 90 wordt hij begeleid door Ingmar Heller (bas), Hans Dekker (drums), Peter Tiehuis (gitaar), Hubert Nuss (piano) en Paul Heller (tenorsaxofoon). Ack van Rooyen neemt samen met pianist Juraj Stanik en engineer Frans de Rond een album op in de MCO studio. Last Summer bevat de door Van Rooyen geschreven composities Soft Shoulders en Song For Lost Friends en andere stukken die hij met Stanik op het programma had staan tijdens concerten in onder meer Nederland, Afrika, Duitsland en Indonesië.
Ack van Rooyen overlijdt op 18 november 2021 op 91-jarige leeftijd.
Bedankt
Deze pagina is mede mogelijk gemaakt met de bijdragen van Haagsche Courant, Het Parool, Jazz Archiv Hamburg, Radio Gids, Raymond Peter, Studieclub DCS & Wouter van Gool.
Ack, dat is een schot in de roos. Die ken ik al honderd jaar. Een echte gevoelige jazzmuzikant met een grote techniek en bovendien een uiterst beminnelijk mens.
pianist & bandleider