De eerste wereldoorlog veranderde het cultuurklimaat compleet. David van Weezel (1905) speelde in de jaren dertig o.a. bij de Ramblers en het AVRO Dansorkest van Hans Mossel. +
De muziek van Paul Whiteman sloeg aan bij het publiek. De kerk en meerdere componisten reageerden kritisch. André Eschauzier (1906) leidde inde jaren twintig een dixieland band van Wageningse studenten. +
Leren improviseren, iedereen deed het op zijn eigen manier. +
Voor Nederlandse jazzmuzikanten zijn de radio en grammofoonplaten een belangrijke bron van informatie. +
Theo Uden Masman (1901-1965) leidde de Ramblers van 1926 tot 1964. +
Nederland maakt kennis met de muziek van Louis Armstrong en Duke Ellington. +
Louis de Vries kwam in 1935 om het leven bij een auto-ongeluk. Clara de Vries stierf in 1942 in Auschwitz. Jack de Vries overleefde de oorlog. +
Een nieuwe generatie Nederlandse jazzmuzikanten dient zich aan. +
De Amerikaanse saxofonist Coleman Hawkins (1904-1969) was een grote inspirator. +
De autoriteiten hadden een grote hekel aan „negermuziek” en ook aan „negers”. +
In de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde de Nederlandse jazz zich sterk. +
1920
Nederland omarmt jazz
In 1920 deed de jazz als dansmuziek haar intrede in Nederland, maar al ver daarvoor waren hier Afro-Amerikaanse muziekuitingen te horen die als voorlopers van de jazz gelden.
Na de Duitse inval in mei 1940 veranderde het jazzklimaat ons land langzaam maar zeker. +
Het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten probeert grip te krijgen op de jazz. +
Sommige muzikanten probeerden de Nazi maatregelen te dwarsbomen, anderen kiezen voor spelen in Duitsland. +
Ernst van ’t Hoff (1908-1955) was een pianist/orkestleider. Hij formeerde eind 1940 een big band, en ging daarmee op toernee naar Duitsland. +
In Duitsland spelen de Nederlandse muzikanten jazz tot het niet meer kan. +
Het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten probeert het spelen zo veel mogelijk te verbieden. +
Vanaf 1942 moesten de Nederlandse orkesten het doen zonder joodse musici. Theo Uden Masman, leider van de Ramblers, verzette zich hier aanvankelijk tegen. +
Dick Willebrandts (1911-1970) speelde vóór de oorlog bij het orkest van Jack de Vries. Hij was ook actief als solopianist. +
Sem Nijveen dook in Hilversum vier jaar onder. Na de oorlog sloot hij zich weer aan bij de Ramblers. +
Nederlandse muzikanten raken in de knel. Ze moeten kiezen, spelen voor de Duitsers of niet. +
Het orkest van Dick Willebrandts kwam in de greep van de Duitse propaganda. +
De Nederlandse muzikanten waren over het algemeen in de oorlog geen helden. +
Cees Verschoor speelde begin 1941 met het orkest van Ernst van ’t Hoff in Berlijn. Na de oorlog werd hij lead-altist van het Metropole Orkest. +
1939
Oorlog, Bezetting en Bevrijding
De jaren van oorlog en bezetting vormen voor de jazz in Nederland een periode vol dramatiek en paradoxen.
Op de dag van de bevrijding, 5 mei 1945, trad de Dutch Swing College Band voor het eerst op. +
Na de oorlog komt de bebop vanuit New York naar Nederland. +
De jazzscene in de jaren 50 en 60 werd bepaald door strenge codes. +
Het concert van Lionel Hampton in maart 1956 wordt samen met de film ‚Rock Around The Clock’ (1956) met Bill Haley gezien als het begin van de emancipatie van de Nederlandse jeugd. +
In de periode 1947-1967 werden er in het Kurhaus en het Concertgebouw (nacht)concerten georganiseerd. +
Begin jaren 60 krijgt de jazz het moeilijk, de popmuziek komt op. +
Pete Felleman (1921-2000) was vanaf 1947 de eerste diskjockey in de geschiedenis van de Nederlandse radio. In zijn programma Swing & Sweet waren de Millers, opgericht in 1940, vaste gasten. +
Michiel de Ruyter (1926-1994 wordt de godfather van de Nederlandse jazz genoemd. Hij stelde voor de radio honderden programma’s over jazz samen. +
In 1953 wordt de moderne Nederlandse jazz voor het eerst op de plaat geregistreerd. +
Frans Elsen (1934-2011) was een groot kenner van de theorie van de bebop. Hij was een van de eerste docenten in het jazzonderwijs aan de Nederlandse conservatoria. +
Na de bebop zochten Nederlandse jazzmuzikanten naar nieuwe wegen. +
1945
Bloei en Terugval
Mei 1945, bevrijding: eindelijk kon de jazz in Nederland weer bovengronds komen. Dat gebeurde met veel enthousiasme.
De (nacht)concerten in het Kurhaus en het Concertgebouw worden een plek waar je MOET zijn. +
Aankomende Nederlandse jazzmusici luisteren, net als hun voorgangers voor de oorlog, naar de voorbeelden uit Amerika. +
De Amerikaanse saxofonist Albert Ayler (1936-1970) was een pionier van de avant-garde jazz. In 1964 kwam hij naar Nederland. +
In een botenloods van een jachthaven werd van 1958 tot 1973 het Loosdrecht Jazz Concours gehouden. Met een groot orkest zorgde Willem Breuker in 1966 voor veel verwarring. +
Harmonieorkesten spelen een belangrijke rol in de vorming van de nieuwe generatie jazzmuzikanten. +
Op initiatief van trompettist Ado Broodboom en onder leiding van Boy Edgar gaf Boy’s Big Band in 1960 zijn eerste concert. Het orkest werd in 1971 opgeheven. +
De Amerikaanse solisten die vanaf de jaren 60 met Nederlandse begeleiders komen spelen maken indruk. Een aantal Nederlandse musici kiest als reactie daar op een eigen stijl. +
Nederlandse impromuzikanten nemen het heft in eigen hand. +
De jazz verovert een plek in het cultuurlandschap van Nederland. +
1966
Conflict en Vernieuwing
In de periode 1966-1974 maakt de jazz in Nederland hectische tijden door.
In de jaren 70 begon de emancipatie van de geïmproviseerde muziek in Nederland +
Ferdinand Povel (1947) won in 1964 met het quartet van Martin Haak het Loosdrecht Jazz Concours. +
Leo Cuypers (1947) componeerde de Zeeland Suite in 1976 in opdracht van het Festival Nieuwe Muziek. +
Pianist Guus Janssen (1951) verkent de grenzen tussen klassieke muziek en jazz. +
Het Ben van den Dungen - Jarmo Hoogendijk Quintet wint in 1985 het concours van het NOS Jazz Festival. Zij vallen op in de eerste lichtingen studenten aan de jazzafdeling van de Nederlandse conservatoria. +
In 1986 richtten Jan Kuiper, Wolter Wierbos en Paul van Kemenade het Podium Trio op, een ongewone combinatie van gitaar, trombone en saxofoon. +
Greetje Bijma (1956) is zangeres en stemkunstenaar. In 1990 won zij als eerste vrouw de Boy Edgarprijs. +
Pianist/componist Rob Madna (1931-2003) gaf les aan de conservatoria in Rotterdam en Hilversum. +
Trompettist/componist Nedly Elstak (1931-1989) kreeg in 1983 de Boy Edgarprijs. +
Saxofonist/klarinettist Ab Baars (1955) leidt sinds 1992 een trio met Martin van Duynhoven en Wilbert de Joode. Hij speelt al decennia in Instant Composers Pool Orchestra. +
Rob Pronk (1928-2012) was behalve trompettist en pianist een befaamd big-band arrangeur. Hij werkte tientallen jaren in Duitsland. +
1974
Nieuwe Structuren
Op 1 oktober 1974 werd aan de Oude Schans te Amsterdam het Bimhuis geopend.
Eric Vloeimans, Benjamin Herman, Yuri Honing +
Zangeres Greetje Kauffeld met gitarist Peter Nieuwerf en saxofonist Jan Menu +
Nueva Manteca. Foto: Raymond Peter +
Het quintet Paul van Kemenade met pianist Jeroen van Vliet (op de fiets links in beeld). Foto: C.H. Waagenaar +
De Fra Fra Sound Big Band met bassist Vincent Henar, gitarist Arturo Castillion, drummer Guno Kramer & trompettiste Saskia Laroo +
Fluitist Ronald Snijders +
Bassist Niko Langenhuijsen +
Corrie (van Binsbergen) en de grote brokken +
Bassist Joris Teepe. Foto: Pieter Boersma +
Zangeres Denise Jannah in 1995 +
Het septet van saxofonist Dick de Graaf, met Chris Abelen op trombone +
Drummer John Engels op het North Sea Jazz Festival 2003 +
Benjamin Herman. Foto: Rob Overmeer. +
Maarten Ornstein & Tony Overwater in jazz-speciaalzaak Blue Note te Amsterdam, mei 1999. Foto: Pieter Boersma +
1990
De Jaren Negentig
Jazz, kun je dat leren? ‘Ja’, zeiden honderden jonge jazzmusici en tientallen ouderen in de jaren zeventig, en vervolgens gingen ze die jazz leren dan wel doceren.