Soesja Citroen▶
Toen ik 13 was vond ik Monk heel goed
Deel deze video op de huidige startpositie op social media.

Facebook Twitter Google+

Biografie

Soesja Citroen (Den Haag, 25 september 1948) is dochter van een componiste en een vader die (tot 1967) een functie bij het Residentie Orkest bekleedt. Billie Holiday is een idool als ze nog op het gymnasium zit. Ze begint, gecoacht en begeleid door trompettist Nedly Elstak, in 1964 met zingen tijdens jazz & poetry-happenings en in jazzclubs in Delft en Amsterdam. De zangcarrière wordt onderbroken door een studie sociale psychologie, maar in 1979 gaat ze, aangemoedigd door Elstak, weer zingen. Citroen onderscheidt zich van het merendeel van haar collega's doordat ze een voorkeur heeft voor zelfgeschreven materiaal. Daarbij valt haar beheersing van de Engelse taal op. Al vroeg in haar carrière evolueert haar stijl van 'experimenteel' naar het 'klassieke' songmodel.

1948 - 1979

Op jeugdige leeftijd krijgt Soesja Citroen pianoles van haar moeder, de concertpianiste Agnes Jama (1911-1993). Toch zal ze niet in de voetsporen van haar moeder treden. Ze prefereert onder meer eigen liedjes, waarbij ze zichzelf op de gitaar begeleidt, en gospel. Ze ontdekt jazz en luistert naar Thelonious Monk en avant-garde van John Coltrane, Albert Ayler en Ornette Coleman. In haar lyceumtijd zingt ze bij popbandjes, maar ook met een dixielandgroep. Op uitnodiging van Nedly Elstak treedt ze met zijn band op in clubs, waardoor de nadruk steeds meer op jazz gaat liggen. Ballads met een melancholieke ondertoon hebben haar voorkeur; haar favoriete zangeres is Billie Holiday. Mede door onzekerheid over haar muzikale toekomst besluit Soesja Citroen begin jaren zeventig tot een universitaire studie Sociale Psychologie. In 1979 wordt ze door Nedly Elstak benaderd voor zijn nieuwe formatie Seven Singers and a Horn. De geïmproviseerde muziek waarmee de vijf (!) zangeressen in de groep worden geconfronteerd, zijn composities van de leider waarbij de stemmen soms als instrument fungeren. Ook in 1979 rondt ze haar studie succesvol af en gaat ze werken bij de gemeente Den Haag, waar ze zich bezighoudt met volwassenen-educatie.

1980 - 1982

Naarmate er meer optredens komen, wint de zangeres het uiteindelijk van de doctoranda; in 1980 stopt ze met haar baan. Vanaf dat jaar gaat ze, samen met echtgenoot-manager Cees de Wit, werken aan haar muzikale carrière. Er verschijnen kort na elkaar platen met de Seven Singers (Sad Trumpets) en met haar eigen sextet (To Build). Met het sextet, waarvan onder anderen Nedly Elstak en Willem Breuker deel uitmaken, gaat ze het land door en treedt ze in 1981 op tijdens het North Sea Jazz Festival. Op uitnodiging van de VARA neemt ze in de zomer van 1982 deel aan het Knokke-Festival, een soort songfestival voor landenteams. De Nederlandse afvaardiging, bestaande uit Simone Kleinsma, Floor van Zutphen en Soesja Citroen, behaalt de tweede prijs.

1983 - 1997

Haar doorbraak komt in 1983 met de LP Soesja Citroen Sings Thelonious Monk, waarop ze wordt begeleid door het Cees Slinger Octet. Voor deze productie schrijft ze zelf teksten op de instrumentale thema’s van Monk, die ook internationaal de aandacht trekken. Op radio en tv is ze te horen en te zien met het VARA-Dansorkest, The Skymasters en het Metropole Orkest; met de laatste formatie neemt ze ook enkele platen op. De toegenomen buitenlandse belangstelling resulteert in een uitnodiging om te zingen op het Yatra Jazzfestival in New Delhi en Bombay in begin 1986. In 1993 maakt Soesja Citroen de oversteek naar de VS om op te treden in het Waldorf Astoria Hotel in New York. Een jaar later is ze te zien in een tv-show in Ljubljana. In 1997 bezoekt Citroen met haar gezin Auschwitz. Haar grootvader Hartog werd naar dit concentratiekamp gedeporteerd met de laatste trein uit Westerbork van 3 september 1944. Hij overleefde de oorlog. De zangeres schrijft naar aanleiding van het bezoek het lied Place Of Silence, dat een jaar later op cd wordt uitgebracht.

1998 - 2010

In 1998 verschijnt haar CD Song For Ma, met eigen songs die een autobiografisch karakter hebben. Een speciale gast is Michael Moore op klarinet. De titelsong is een eerbetoon aan haar moeder; ze verwerkt hierin een cellosonate van haar. Het album wordt in binnen- en buitenland goed ontvangen; een recensent van Sijthoff Pers/GPD schrijft: 'Ze vertelt op hoog niveau een persoonlijk verhaal, vooral opvallend door grote warmte. Vaak met een melancholische waas, tussen majeur en mineur. Soesja draagt het vlekkeloos voor, fraai fraserend en vooral bezield.' Het Amerikaanse jazzblad Cadence oordeelt: 'She’s a convincing singer but her musical gift is much greater than that. Put simply, the CD is superb.' Het Amerikaanse maandblad JazzTimes meldt: 'Dutch vocalist and songwriter Citroen shows herself a formidable composer.' Ze maakt in 2003 een tournee door Indonesië met onder meer optredens in Djakarta en Soerabaja. Ook in eigen land blijft ze actief; in het seizoen 2008-'09 toert ze langs de theaters met bugelspeler Ack van Rooyen. Een deel van haar composities wordt in 2010 uitgegeven onder de titel Soesja’s Songbook, met arrangementen van Rob van der Linden.

2011 - 2020

Vanaf 2011 organiseert Soesja Citroen in haar woonplaats Gouda de plaatsing van Stolpersteine, een over geheel Europa verspreid monument voor de slachtoffers van het nationaalsocialisme. Citroen wil met het project doorgaan tot alle 388 uit Gouda weggevoerde en vermoorde Joden een Stolperstein hebben. In 2020 liggen 258 Stolpersteine verspreid over 64 adressen in de stad. De zangeres vertelt in het boek Hier Woonden (2020) 64 verhalen over Goudse Joden, inclusief het verhaal van haar grootvader. Ze krijgt voor haar werk de zilveren erepenning van de gemeente Gouda.

Bedankt

Deze pagina is mede mogelijk gemaakt met de bijdragen van Algemeen Dagblad, Camilla van Zuylen, De Posthoorn, De Tijd, Frans Schellekens, Haagsche Courant, Igno Cuypers, Leeuwarder Courant, Nieuwsblad van het Zuiden, Plus, Provinciaal Zeeuwse Courant & Rob Sotemann.

Discografie

Soesja Citroen - Key Largo

Toon alles


Beelden uit het archief