Maurice Horsthuis▶
Ik spoot mijn viool zwart en kon aan de slag
Deel deze video op de huidige startpositie op social media.

Facebook Twitter Google+

Biografie

Maurice Horsthuis (Breda, 28 april 1948) belandt als klassiek geschoold altviolist in de jaren zeventig in de Amsterdamse improvisatie-scene. Hij wordt een voorvechter voor een belangrijker rol voor strijkers in de geïmproviseerde muziek en gaat deel uitmaken van beeldbepalende groepen zoals het Maarten Altena Kwartet, de Instant Composers Pool en het Guus Janssen Septet. Tegelijkertijd maakt hij naam als componist van theatermuziek (onder meer voor Toneelgroep Baal). Om die muziek meer aandacht te geven en concertant uit te voeren, richt hij het orkest Amsterdam Drama op. Als groepslid en voornaamste componist van het Amsterdam String Trio bouwt hij een internationale reputatie op. Zijn recentste groep Elastic Jargon bestaat alleen uit snarenbespelers; Horsthuis is van hen de enige componist.

1972

De klassiek geschoolde Maurice Horsthuis hoort dat pianist-componist Loek Dikker weleens jazz met strijkers maakt en hij benadert hem. Uiteindelijk belandt hij in een octetversie van Dikkers Improvisators Guild, met onder anderen de Amerikaanse saxofonist J.R. Monterose, de Duitse trompettist Manfred Schoof, bassist Arjen Gorter en drummer Martin van Duynhoven.

1974

In de Herbie White Combo van saxofonist Herman de Wit leert Horsthuis pianist Guus Janssen kennen. Met Janssen, Arjen Gorter en drummer Peter van Ginkel formeert hij zijn eerste eigen kwartet. In september 1974 is hij te horen met pianist-componist Leo Cuypers in het Amsterdamse Shaffy Theater. Eén stuk verschijnt op de LP Live In Shaffy, die bij BVHaast verschijnt.

1977

Bassist Maarten (van Regteren) Altena vraagt Horsthuis voor het snaren-ensemble K'Ploeng, waarvan gitarist Derek Bailey, cellist Tristan Honsinger en multi-instrumentalist Terry Day deel uitmaken. Op Altena's Claxon-label komt in 1978 een titelloze LP van de groep uit.

1978

Voor een kindermatinee van het Amsterdam Electric Circus schrijft Horsthuis het muziektheaterstuk Violen Paultje, waarin hij zelf de hoofdrol speelt van een briljante jonge violist die naar Amerika vertrekt om z'n carrière te vervolmaken, maar in een gangstermilieu terechtkomt. Bassist Maarten Altena vraagt Horsthuis voor zijn nieuwe kwartet, waarin verder hoboïste Maud Sauer en altsaxofonist Paul Termos zitten. De groep is voor het eerst te horen bij de theatervoorstelling Willem de Zwijger van muziektheatermaker Teo Joling. Horsthuis blijft tot 1981 bij de groep, tot trombonist Wolter Wierbos hem opvolgt. Gitarist Derek Bailey nodigt Horsthuis uit voor zijn jaarlijkse internationale Company-week voor improvisatoren. De andere deelnemers zijn ditmaal onder anderen pianist Misha Mengelberg, bassist Johnny Dyani, drummer Tony Oxley, trompettist Leo Smith en multi-instrumentalist Terry Day.

1979

Op verzoek van regisseur Lodewijk de Boer (die zelf ook altviool speelt) gaat Horsthuis composities schrijven voor Toneelgroep Baal. Tot 1987 compneert hij verschillende malen de muziek voor voorstellingen van het gezelschap, zoals voor Kaspar (Peter Handke), De Zelfmoordenaar (Nikolai Erdman), De Scheiding van Figaro (Ödön von Horvath), Kwelling (Herman Heijermans), De Klacht (Judith Brokking), Moeder Courage (Bertolt Brecht) en het veel geprezen Leedvermaak (1982) van Judith Herzberg.

1980

Misha Mengelberg vraagt Horsthuis voor de Instant Composers Pool. Op de LP Japan Japon (1982) is de altviolist voor het eerst met de groep op de plaat te horen. Horsthuis verlaat ICP een keer, maar keert weer terug, en speelt een rol in de programma's met muziek van Herbie Nichols (1984) en Thelonious Monk (1986), te horen op de cassette Extension Red White & Blue (1984, het Nichols-programma) en de CD Two Programs (1986). Zijn laatste opname met Mengelbergs orkest is de suite De Purperen Sofa (1986), zoals te horen op Bospaadje Konijnenhol I (1991).

1984

Als het Amsterdamse Bimhuis bezig is aan een grote verbouwing, zet het podium de programmering op andere locaties in de stad voort. In de binnenhof van het Amsterdams Historisch Museum krijgt bassist Ernst Glerum een carte blanche. Hij besluit tot het formeren van een strijktrio, met cellist Ernst Reijseger en Maurice Horsthuis. De groep gaat simpelweg het Amsterdam String Trio heten, en in de loop van zijn bestaan is Horsthuis de hofleverancier van composities. Na een LP en een CD gaan de drie muzikanten elk hun eigen weg. Het Zuidelijk Toneel Globe vraagt Horsthuis om muziek te schrijven voor de voorstelling Moby Dick, die in het Holland Festival 1984 in première gaat. De productie flopt, en ook Horsthuis krijgt een forse dosis kritiek over zich heen.

1985

Pianist Guus Janssen neemt Horsthuis op in zijn septet, en deze bezetting van de groep neemt in augustus en december 1986 de LP 85....86 op voor het Claxon-label.

1987

Maurice Horsthuis doet mee aan de internationale October Meeting in het Bimhuis en op diverse andere podia. Hij is te horen in Fall Conduction 7 van Butch Morris en in een groot orkest dat in het Amsterdamse Concertgebouw werk van Misha Mengelberg uitvoert. Ook bij de tweede editie, in 1991, nodigt de artistiek leider van het Bimhuis Huub van Riel hem uit.

1990

Om zijn theatermuziek een keer echt goed uit te voeren, in concertante vorm ('zonder toneelspelers die er met woord en gebaar doorheen lopen', aldus de componist), richt Horsthuis het orkest Amsterdam Drama op, met een negentienkoppige strijkerssectie, vier hout- en zes koperblazers, harp, cymbalon en zang. De orkestleden haalt hij zowel uit de geïmproviseerde als uit de gecomponeerde muziek. De groep bestaat vijf jaar lang en produceert drie CD's.

2000

Het Amsterdam String Trio komt weer bij elkaar. Voor het Winter & Winter-label maken ze hun derde album. In 2002 doen ze een project met het Nederlands Jeugd Strijkorkest, hetgeen resulteert in de CD Lente In De Werkplaats.

2002

Op het Amsterdamse podium De Badcuyp begint Horsthuis een nieuw ensemble, dat geheel uit snaarinstrumenten bestaat en in verschillende gedaanten (tot zelfs zestien muzikanten) onder de naam Elastic Jargon opereert. In 2007 neemt een elftal de eerste CD op, die op het DATA-label verschijnt. Uiteindelijk blijft er een achtkoppig gezelschap over met een bezetting van drie violen, twee altviolen, twee celli, contrabas en elektrische gitaar.

2003

Gitarist Paul Pallesen neemt Horsthuis op in zijn groep Bite the Gnatze, die een brug slaat tussen folkmuziek en improvisatie.

2004 - 2010

De componist schrijft werken voor orkest, zoals Kuebelreiter, een symfonisch stripverhaal naar het gelijknamige verhaal van Franz Kafka dat in juni 2009 in het Concertgebouw in Amsterdam wordt uitgevoerd door het Sweelinckorkest onder leiding van Peter Biloen. Andere composities in deze periode zijn het strijkkwartet Intieme Deeltjes (2005) voor Kwartet Quinetique. Horsthuis levert muziek voor documentaires, onder meer voor films van Eline Flipse. Op 16 september 2006 wordt in Amsterdam Moros uitgevoerd ter gelegenheid van het 700-jarige inwijdingsfeest van de Oude Kerk. Moros is een compositie voor koor, strijkorkest en elektrische gitaar op teksten uit Lof Der Zotheid van Erasmus. De uitvoerenden zijn het Studenten Kamerkoor onder leiding van Fokko Oldenhuis, Het Nederlands Jeugdstrijkorkest onder leiding van Johannes Leertouwer en gitarist Olaf Tarenskeen. In 2007 vinden de opnamen plaats van het titelloze eerste album van het instrumentale snaargezelschap Elastic Jargon. De tweede cd Slang wordt in 2009 opgenomen door Dick Lucas voor het DATA-label. Een van de deelnemende violisten is de Amerikaan Mark Feldman.

2012 - 2014

De opnamen voor Tableau (2013), de derde cd van Elastic Jargon, vinden in april en mei 2012 plaats in het Bethaniënklooster in Amsterdam. Het ensemble staat uit vijf violen, drie altviolen, twee cello’s, twee contrabassen en een elektrische gitaar. De componist schrijft het orkestwerk Piéces Détachées. Op het gelijknamige album staat een uitvoering met het NedSymf Kamerorkest onder leiding van Maurice Horsthuis, opgenomen op 4 maart 2013 in Enschede. Voor het duo Peter Brunt (viool) en Wiek Hijmans (elektrische gitaar) schrijft hij Hands Up (2013). Het Ragazze Kwartet heeft Horsthuis’ strijkkwartetten Rag One (2012) en Rag Two (2013) op het repertoire staan. Maurice Horsthuis componeert de score bij de veelvuldig bekroonde documentaireserie Het Nieuwe Rijksmuseum van regisseur Oeke Hoogendijk. De muziek wordt uitgevoerd door Het Nederlands Symfonieorkest en Elastic Jargon en is ook te horen in de ingekorte versie die in 2014 in de bioscopen draait.

2015 - 2016

De componist schrijft het stuk Cohort speciaal voor alle altviolisten van het Amsterdams Conservatorium. De wereldpremière onder leiding van Jürgen Kussmaul vindt op 21 februari 2015 plaats in Splendor tijdens de altvioolweek die wordt georganiseerd door de Dutch Viola Society. Horsthuis is verantwoordelijk voor de muziek in de documentaire Forengie (2015) van Eline Flipse over haar reis door Ethiopië. Zijn muziek wordt ook gebruikt in de korte filmpjes van zijn zoon Julius Horsthuis die gespecialiseerd is in special effects en fractal art.

2017 - 2021

Maurice Horsthuis richt zich vrijwel volledig op de beeldende kunst. Hij schildert en tekent en maakt constructies uit verroest tuingereedschap, versleten huisraad, kapot werktuig en wat hij nog meer vindt in een voormalige graanschuur in het Franse Nièvre. Horsthuis exposeert in Raamgalerie Franjo (2016) en Gall-Galerie (2017) in Amsterdam en toont onder de titel Doorstart in 2020 een overzicht van drie jaar werk in Galerie Pleinkamer, Geuzenveld.

Bedankt

Deze pagina is mede mogelijk gemaakt met de bijdragen van De Volkskrant, Het Parool, NRC Handelsblad, Peter Raijmond, Trouw & Vrij Nederland.

Discografie

Maurice Horsthuis - Amsterdam Drama

Toon alles


Beelden uit het archief