Jan Cees Tans▶
 Het bos zit vol virtuozen maar ze hebben geen verhaal
Deel deze video op de huidige startpositie op social media.

Facebook Twitter Google+

Biografie

Jan Cees Tans (1947) is tenorsaxofonist, componist en bandleider van J.C. Tans & Rockets en J.C. Tans Orchestra. De muzikant wordt weleens omschreven als de 'hardste saxofonist van Nederland'. In de liner notes bij het album Around The World (1989) wordt zijn geluid als volgt gekenmerkt: 'Het is niet de absolute schoonheid van zijn toon die je versteld doet staan, maar de ontwikkeling van deze toon, waaraan altijd een zeker meedogenloos geweld voorafgaat.' Enkele van zijn favoriete saxofonisten zijn Gene Ammons, Eddie 'Lockjaw' Davis, Dexter Gordon en John Coltrane. Tans beschouwt jazz niet uitsluitend als een kunstvorm maar ook als amusementsmuziek, zoals blijkt uit de vaak spectaculaire shows met zijn orkesten. Over zijn muziek en de manier van spelen zegt hij in 1985 in De Telegraaf: 'Het gaat me in de eerste plaats om de mentaliteit die uit die oudere jazz en rhythm & bluesmuziek spreekt. Een gedreven instelling ten opzichte van wat er wordt gespeeld. Een grote lichamelijke inzet. Energie, een groot, vet geluid, power.' In 1987 ontvangt J.C. Tans de Boy Edgarprijs.

1947 - 1974

Jan Cees Tans groeit op in Amsterdam-West. Zijn moeder speelt viool. Hij moet van zijn ouders op pianoles, maar daar stopt hij na drie jaar mee omdat hij nog steeds geen noten kan lezen en alles uit zijn hoofd speelt. Tans luistert thuis naar soul en rhythm-and-blues. Hij koopt op het Waterlooplein zijn eerste instrument: een dwarsfluit. Via de platenverzameling van dichter Koos Schuur, de vader van een klasgenoot, komt hij in aanraking met jazz en leert hij onder meer muziek kennen van Charlie Parker en Thelonious Monk. Hij begint op zijn zeventiende saxofoon te spelen nadat hij zijn brommer voor dit instrument heeft verruild. Hij studeert enige tijd waldhoorn aan de vooropleiding van het conservatorium, maar wordt daar vanaf gestuurd als de schoolleiding erachter komt dat hij 's avonds tegen de regels in optreedt als saxofonist. 'Het meeste heb ik geleerd door naast mensen te gaan staan die domweg veel beter waren,' vertelt Tans later in een interview met Vrij Nederland (1990). 'En verder liep ik zo nu en dan binnen bij de workshops van Nedley Elstak.' Zijn voorkeur gaat uit naar free jazz en de muziek van John Coltrane, Albert Ayler en Archie Shepp. Met een eigen free jazz-groepje, dat verder bestaat uit een bassist, drummer en violist, doet hij eind jaren zestig met weinig succes mee aan het Loosdrecht Jazz Concours. Na de HBS schrijft hij zich in bij de kunstacademie, maar daar vertoont hij zich zelden omdat hij liever thuis op zijn saxofoon studeert.

1975 - 1976

De Flaconis is de eerste serieuze jazzband waar J.C. Tans in speelt. De leden van dit jazzkwintet, met onder meer pianist Wouter Veening, zijn van een iets oudere bebopgeneratie. Het optreden tijdens een jazzmarathon in Oktopus, Amsterdam levert de tenorsaxofonist in 1976 een lovende recensie op in De Volkskrant met de kop 'Tenorist Tans verrast'. Volgens recensent Rudy Koopmans behoort Tans tot 'de meest persoonlijke jazzmusici van Nederland. Er is geen noot routine bij en dat betekende twee dingen: in de eerste plaats speelde hij geheel zijn eigen muziek vol exuberante invallen en opvallende wendingen met een messcherpe toon; in de tweede plaats betekende het dat hij nog wel gehandicapt wordt door weinig speelervaring.'

1977 - 1979

Tans doet optredens met onder meer Han Bennink en Kees Hazevoet. Vanaf 1978 maakt hij deel uit van een kwartet met de twee bassisten Harry Miller en Arjen Gorter (afgewisseld met Ernst Glerum) en enkele drummers. De saxofonist speelt in meerdere r&b-groepen en reist regelmatig naar Den Haag voor optredens met bands uit de Haagse rockscene. De saxofonist staat bekend als het officiële zevende bandlid van Gruppo Sportivo en is te horen op popklassiekers 10 Mistakes (1977) en Back To 78 (1978). De muzikant reist naar Brazilië een werkt daar een jaar lang met een dansorkest. In 1979 doet hij zijn eerste optreden in het Bimhuis met een eigen band. Een uitgebreide posterplakactie in de hoofdstad heeft succes, want het Bimhuis is afgeladen. Verder treedt hij op met de Stichting Amsterdams Tenoren Onderzoek van Hans Dulfer.

1980 - 1986

De saxofonist speelt mee op popplaten van Streetbeats (met zanger/toetsenist Jan Rot), Meike Touw (Tutti Frutti, 1980) en The Two (met Hero Wouters). In 1980 richt hij de tienkoppige formatie J.C. Tans & Rockets op. Daarmee maakt hij een mengvorm van swing, blues, rhythm-and-blues, latin, free jazz en Europese invloeden. J.C. Tans & Rockets speelt stukken van bijvoorbeeld Big Jay McNeely, Jimmie Lunceford en The Rolling Stones in een moderne jazzuitvoering. 'Bij mijn orkest ligt de nadruk op sound en swing,' zegt Tans in een interview met Jeroen de Valk in 1987. 'Iedereen staat zich de tering te blazen. We hebben allemaal een groot en vet geluid. Knap en virtuoos spelen, dat heeft bij ons niet de prioriteit.' Tans schuwt het showelement niet; de muzikanten van zijn orkest staan op het podium in ouderwetse feestpakken. Trompettist en smaakmaker Boy Raaymakers en de Duitse trompettist Andreas Altenfelder spelen ook in het Willem Breuker Kollektief en worden soms vervangen door Eric Boeren en Bert van Bommel. Andere groepsleden zijn onder meer trombonist Wolter Wierbos en bassist en arrangeur Ernst Glerum. Na het vertrek van baritonsaxofonist Paul Stocker en altsaxofonist Sean Bergin nemen klarinettist en baritonsaxofonist Ab Baars en Jan Willem van der Ham hun plaats over. J.C. Tans & Rockets brengt drie albums uit. Meerdere jaren achter elkaar verzorgt de groep de finale op de slotavond van Klap op de Vuurpijl, de reeks muziekavonden die Willem Breuker sinds eind 1976 organiseert in de dagen rond de viering van Oud en Nieuw.

1987 - 1989

De naam van het orkest wordt in 1987 veranderd in J. C. Tans Orchestra. Tans krijgt in december 1987 in het Bimhuis de Boy Edgarprijs uitgereikt. De jury schrijft: 'In J.C. Tans worden zeldzame kwaliteiten verenigd: hij is én een geboren organisator én een gepassioneerde solist. Met grote volharding heeft hij zijn orkest omhooggevoerd naar de top van de Nederlandse geïmproviseerde muziek.' Op de uitreikingsavond speelt zijn orkest de nieuwe, drie kwartier durende compositie Weom Nei Fryslân dat Tans heeft geschreven ter gelegenheid van de opening van de oktober-jazzmaand in Leeuwarden. Het stuk is ook te horen op Around The World (1989), het eerste album onder de naam J. C. Tans Orchestra.

1990 - 2000

Het J.C. Tans Orchestra speelt dertig à vijfendertig keer per jaar. De optredens zijn onvoldoende om van de muziek te kunnen leven. Tans geeft muziekles, verzorgt workshops en start samen met zijn vrouw Riet Kint het restaurant ZuidZeeland aan de Herengracht in Amsterdam. In de zaak staat een vleugel die tijdens een veiling van spullen uit het Amstel Hotel is gekocht. Incidenteel treedt Tans op voor zijn gasten. Later runt het echtpaar het Amsterdamse restaurant Kint en Co.

2001 - 2009

In 2001 wordt het J.C. Tans Orchestra kortstondig nieuw leven ingeblazen naar aanleiding van het verschijnen van de compilatie 1983-1989 op het label BVHaast. Het septet bestaat uit onder meer enkele leden van de oude kern, zoals trombonist Wolter Wierbos en saxofonisten Sean Bergin en Daniele D'Agaro. Op de setlist staat onder andere Rum Reggae dat Tans ooit schreef voor het album van Dulfer & Perikels uit 1981. Restaurant Kint en Co verhuist begin jaren '00 naar de Havenstraat in het Zeeuws-Vlaamse dorp Paal dat is gelegen achter de dijk aan de zuidoever van de Westerschelde. In 2009 staat J.C. Tans staat weer even op het podium van het Bimhuis tijdens de uitreiking van de Boy Edgar prijs aan Ernst Glerum, de bassist met wie hij veel heeft samengewerkt.

Bedankt

Deze pagina is mede mogelijk gemaakt met de bijdragen van Algemeen Dagblad, Frans Schellekens, Het Parool, Jean van Lingen, Nieuwsblad van het Noorden, Trouw, Vrij Nederland & de Volkskrant.

Discografie

Gruppo Sportivo - Young & Out

Toon alles


Beelden uit het archief