Biografie
Max Bolleman (Venlo, 1944) is een jazzdrummer en geluidstechnicus met zijn eigen Studio 44 in het kustdorp Monster in Zuid-Holland. Hij neemt in zijn ruim 25-jarige carrière als technicus honderden albums op van vermaarde jazzmusici zoals Dizzy Gillespie, Art Blakey, Elvin Jones, McCoy Tyner, Joe Henderson, Chet Baker, Freddie Hubbard, Brad Mehldau, Wynton Marsalis en Hank Jones. Onder de Nederlandse muzikanten die bij hem opnemen zijn Peter Beets, Greetje Bijma, Louis van Dijk, Pierre Courbois, Michael Moore, Soesja Citroen en Willem Breuker. Bolleman vliegt regelmatig naar New York om platen op te nemen in verschillende studio's. Hij neemt in totaal ruim 1500 albums op in binnen- en buitenland waarvan zo'n 300 alleen al in New York. In 1989 ontvangt hij de Exportprijs.
1944 - 1980
Max Bolleman wordt in Limburg geboren, maar groeit op in Amsterdam. In de jaren vijftig hoort hij op de radio voor het eerst Take Five van Dave Brubeck en raakt hij gefascineerd door de lange drumsolo van Joe Morello. Op zijn vijftiende begint hij zelf met het spelen van slagwerk. Hij komt in een band terecht en leert Louis van Dijk kennen met wie hij 1963 op tournee gaat door de Verenigde Staten. Zo krijgt hij veel contacten in de internationale jazzwereld. In 1965 wint hij het Loosdrechts Jazzconcours met het kwintet van tenorsaxofonist Joop van Enkhuizen. De drummer maakt later deel uit van de kwartetten van saxofonisten Harry Verbeke en Fred Leeflang en de Amerikaanse pianist Burton Greene. Begin jaren zeventig vormt hij met onder meer fluitist Ronald Snijders en pianist Rob van den Broeck het kwartet Suite 4.
1981 - 1985
Max Bolleman werkt als opticien in het Zuid-Hollandse Monster en start achter zijn huis als hobby een eigen opnamestudio. De akoestische opnametechnieken en de geavanceerde technische faciliteiten trekken veel internationale jazzmuzikanten en –ensembles aan. Onder de Nederlandse muzikanten die de studio bezoeken zijn Rein de Graaff, Koos Serierse, Louis van Dijk en Gijs Hendriks. Regelmatig terugkerende buitenlandse muzikanten in de beginperiode zijn multi-instrumentalist George Adams, toetsenist Don Pullen en vibrafonist Bobby Hutcherson. Andere studiogasten in deze jaren zijn onder anderen saxofonist Clifford Jordan en pianisten Cedar Walton en Kirk Lightsey. Lightsey neemt met zijn trio op 14 maart 1983 het album Everything Happens To Me op met gastmuzikant Chet Baker. De Amerikaanse trompettist keert in mei 1983 terug voor de opnamen van zijn eigen album Mr. B. Baker neemt ook in Studio 44 Chet's Choice (1985) op, samen met de Belgische gitarist Philip Catherine. Drummer Art Blakey bezoekt Monster op 17 maart 1985 met The Jazz Messengers voor het album Blue Night. De Amerikaanse trompettist Woody Shaw maakt op 3 april 1985 opnamen met het Tone Jansa Quartet. Max Bolleman zit ook achter het mengpaneel in andere studio’s en neemt platen op voor onder meer het label Criss Cross Jazz.
1986 - 1990
Bolleman stopt met zijn brillenwinkel en concentreert zich volledig op het opnemen van jazzplaten. In de tweede helft van de jaren tachtig neemt hij platen op van jazzgiganten als Archie Shepp, Pharoah Sanders, Georgie Fame, Freddie Hubbard en wederom Art Blakey. Pianist McCoy Tyner maakt in juni 1987 opnamen voor het album Bon Voyage en draagt het afsluitende nummer Blues For Max op aan de geluidstechnicus. Het geluid van Studio 44 wordt vergeleken met de opnamen zoals die te horen zijn op het label Blue Note, maar in de studio wordt ook fusion opgenomen en de verstilde jazz van het label ECM. Het Willem Breuker Kollektief reist vanaf het album Bob’s Gallery (1988) regelmatig voor plaatopnamen naar Monster. Over het geheim van zijn studio zegt Bolleman in de Leidse Courant (21 oktober 1989): ‘Ik streef er gewoon naar om het karakter van de muziek hoorbaar te maken op de plaat. Ik maak de sfeer bij de opnamen prettig. Ik druk geen stempel op het geluid, maar ik laat de musicus in zijn waarde’. Een van dingen die de studio in Europa uniek maakt is het feit dat muzikanten zelf via een koptelefoon de geluidsbalans kunnen regelen. De geluidstechnicus krijgt op 12 oktober 1989 in het Haagse Kurhaus de Export Award uit handen van een vertegenwoordiger van het ministerie van Economische Zaken.
1991 - 2007
Max Bolleman produceert albums van het Ben van den Dungen / Jarmo Hoogendijk Quintet (Speak Up, 1990) en het Eric Vloeimans Quartet (No Realistics, 1992) en is als geluidstechnicus betrokken bij platen van onder meer Philip Catherine, saxofonist Steve Wilson, Archie Shepp (Black Ballads, 1992), drummer Billy Drummond, organist Melvin Rhyne, trompettist Nat Adderley, saxofonist Lee Konitz, saxofonist en klarinettist Daniele D'Agaro en trompettist Benny Bailey. Bolleman werkt in zijn loopbaan met vele producers, onder wie Peter Huijts, Wim Wigt en Gerry Teekens. Alleen al in New York neemt hij zo'n 300 cd's op. Na ruim 25 jaar stopt hij met de studio in Monster. In zijn huidige woonplaats in België worden nog wel opnamen gemaakt, maar nu als hobby.
2009 - 2019
Bolleman doet nog enkele jaren mixwerk en schrijft ondertussen over de opnamen en belevenissen in Studio 44. Zijn verhalen worden gebundeld in het boek I'm The Beat: De Korte Beentjes Van Art Blakey (2015). In 2018 verschijnt de Engelse editie onder de titel Sounds: Inside Stories of Jazz Studio Sessions. Een langgekoesterde wens om samen met pianist Rob van den Broeck (1940-2012) een album te maken resulteert in de cd Fantasy Factory (2011). Het is het eerste deel van een drieluik dat wordt gevolgd door Sound Solutions (2013) met als gast de Duitse muzikant Gerd Dudek. De cd bevat de laatste opnamen met Van den Broeck. Het derde deel Impressive Impressions (2016) heeft als gasten Gerd Dudek, toetsenist Jasper van 't Hof en de Belgische trompettist Carlo Nardozza.
Bedankt
Deze pagina is mede mogelijk gemaakt met de bijdragen van Delftse Courant, Haagse Courant, Leidse Courant, Nieuwsblad, Rotterdams Nieuwsblad, Slagwerkkrant, Utrechts Nieuwsblad, Vrij Nederland & de Volkskrant.